Twintigers en dertigers krijgen massaal een burn-out – Hoe komt dat?

Burn-out bij twintigers en dertigers. Hoe komt dat nou? Laten we daarvoor kijken naar wat het magazine Intermediair afgelopen week kopte: ‘Allemaal op zoek, maar waarnaar?’. Het betreffende artikel van Hedwig Wiebes gaat over twintigers en dertigers die de meest gestreste generatie ooit zijn. ‘Iedereen is op zoek, maar niemand weet waarnaar’. En: ‘Ik ken bijna niemand die niet een burn-out heeft, heeft gehad óf er op eentje afstevent.’ Common’ mensen, we hebben het over twintigers en dertigers! Wat ontbreekt er nou precies?

Laat ik eerst nog enkele delen uit het artikel citeren.

Nadat ik op de tafel was gaan liggen, vroeg de masseuse, een sympathieke vrouw van een jaar of veertig, waar ik precies last van had. Voordat ik het wist, liep ik leeg over al mijn zorgen. Ik vertelde haar dat ik zo graag een zorgeloos en gelukkig leven wilde leiden, maar dat ik constant word ingehaald door verantwoordelijkheden waar ik helemaal niet op zit te wachten. Ik vertelde haar dat ik maar geen balans lijk te kunnen vinden tussen wat ik wil doen en wat ik moet doen. Ik vertelde haar dat ik nú wil leven en niet alleen maar plannen wil maken voor later, maar dat dit heus moeilijker is dan al die lichtvoetige inspirerende Instagram-spreuken beweren.

De masseuse hoorde me aandachtig aan, en nadat ik mijn hart had gelucht, verzuchtte ze dat ik de zoveelste was met deze problemen op haar massagetafel. ‘Al die talentvolle, jonge mensen die zo veel kunnen, maar allemaal lopen ze met hun ziel onder de arm. Iedereen is op zoek en niemand weet waarnaar.’ Ik voelde me begrepen en een hopeloos geval tegelijkertijd.

Onwillekeurig liep ik in mijn hoofd de mensen na die ik ken en van mijn leeftijd zijn. Het leek inderdaad wel of alle eindtwintigers en begindertigers worstelen met de manier waarop ze willen leven en werken? Ik ken bijna niemand die niet een burn-out heeft, heeft gehad óf er op eentje afstevent. En dan bestaat mijn vrienden- en kennissenkring zelfs nog voornamelijk uit mensen die eerder hun roeping volgen dan een opgelegd carrière pad (je kunt het hele artikel hier lezen).

Iedereen is op zoek, maar niemand weet waarnaar

Eigenlijk geeft de ‘probleemstelling’ al precies aan wat het punt is: ‘Iedereen is op zoek, maar niemand weet waarnaar’. Wat er mist… ben jezelf. Dat is namelijk waar de impuls vandaan komt om op zoek te gaan naar vrijheid. Dat is wat deze generatie aan het doen is. Alleen staat bijna niemand er bij stil dat de impuls uit jezelf komt en dat daar dus ook de oplossing ligt. Het gaat hier dus om vrijheid. Om werkelijke vrijheid. Dat is wat anders dan de beschikking hebben over vrije tijd en zelf je tijd mogen indelen.

Twintigers en dertigers met een burn-out

Ik heb hier al vaker over geschreven en wat geldt voor de twintigers en dertigers, geldt ook voor zoveel anderen onder ons. Ik weet zeker dat veel mensen het probleem van deze generatie (inmiddels) ook zullen herkennen. Lieve mensen, wat er aan de hand is, is dat je eigen essentie niet meedoet, simpelweg omdat het contact ontbreekt. Werkelijke vrijheid draait om verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven. Voor ieder aspect van je leven. Hoe klein ook. En dat kan niets als je eigen essentie ontbreekt. Je krijgt dus wel de impuls van binnen om het anders te doen, die impuls kun je ook niet onderdrukken, maar vervolgens weet je niet hoe je ermee om moet gaan en wat je ermee moet doen. Dus ben en blijf je op zoek. Lastig…

Misschien dat het volgende hoofdstuk uit mijn boek ‘De alchemie van ziekte’ een wat ander perspectief geeft op wat er speelt. Dan zal je lezen dat dit hoofdstuk exact het probleem omschrijft wat genoemd wordt in het artikel. Het probleem wat speelt bij zoveel mensen uit de huidige generatie twintigers en dertigers en wat vaak leidt tot een burn-out.

Help ook door dit blog te delen met zoveel mogelijk mensen, zeker met de mensen uit de generatie die hier het meeste last van heeft. Hier komt het hoofdstuk:

Vrijheid

‘We gaan het vandaag hebben over vrijheid. Echte vrijheid. Vrijheid, ziekte en genezing zijn nauw met elkaar verbonden.’
Ik was nog niet in staat zelf het verband tussen vrijheid en ons veelbesproken onderwerp te ontdekken en keek hem afwachtend aan.
‘Laten we gelijk in het diepe springen,’ zei Franklin. ‘Daarvoor gebruiken we iets wat zich op dit moment op grote schaal in de wereld afspeelt. Het veranderende bewustzijn. Zoals besproken is dit ook de reden om nu met deze informatie te komen. De tijd is er simpelweg rijp voor. De informatie kan zich nu ‘gronden’. Mensen staan er nu in meer of mindere mate voor open en bovendien zal hun aantal snel oplopen. Eén van de kenmerken van zo’n snel veranderend bewustzijn, is dat je steeds beter bij je kern kunt. Je essentie. Je krijgt nieuwe inzichten en nieuwe kernwaarden, je wilt andere dingen voor jezelf. Bepaalde mensen of een baan die altijd bij je gepast hebben, zijn opeens niet langer geschikt voor je. Je wilt iets nieuws, iets anders, iets wat beter past bij je nieuwe situatie. Het is iets dat van binnenuit komt. Dit kwam ook naar voren tijdens de 4 fases van ontwaken en bij het bespreken van de spirituele depressie.’
Ik knikte. Ik zag het om me heen gebeuren en mijn eigen impuls om op reis te gaan en alles achter me te laten om nieuwe ervaringen op te doen, was misschien nog wel het beste voorbeeld.
‘Aan de basis van vrijheid staat het volgende. Je essentie, de ziel of puur bewustzijn, kan niet gecontroleerd of beperkt worden. Dat zit in zijn natuur. Uiteindelijk komt die impuls, die schreeuw om vrijheid. Iets wat in je natuur zit, kun je niet onderdrukken. Laten we dit bespreken aan de hand van een voorbeeld van iets wat we terugzien op het wereldtoneel. Noord-Afrika. Bijvoorbeeld Egypte. Er is onvrede, grote onvrede. Mensen hebben gestudeerd, worden mondiger en zien het leven anders dan de generaties daarvoor. Door dat veranderende bewustzijn én doordat er meer tijd en ruimte is door bijvoorbeeld grote werkloosheid, komt de schreeuw om iets anders. Een schreeuw om onder onderdrukking uit te komen. Je staat open voor andere impulsen. Voor andere denkbeelden. Andere ideologieën. De perceptie van je leven en van de werkelijkheid wordt anders. Je ziet dingen die je eerst niet zag. We hebben inmiddels uitgebreid besproken hoe dat werkt, perceptie en kwantumfysica,’ gaf Franklin aan. ‘Van binnenuit klinkt dus die schreeuw om vrijheid. Een impuls waar je steeds beter bij kunt. De controle door de regering door machtsmisbruik, het opleggen van zware belastingen of door controle opgelegde religie, werken niet meer. Dat zijn namelijk maatregelen die vaak worden genomen om mensen te onderdrukken. Mensen kun je het makkelijkste controleren en beïnvloeden als je hen op hun geloof en overtuigingen aanspreekt,’ voegde Franklin toe. ‘Dus wordt daar handig op ingespeeld. Tijd om Noord-Afrika en Egypte even te parkeren.’
Franklin deed alsof hij het onderwerp met zijn handen uit de lucht pakte en naast zich neerlegde op de grond. Een grote grijns stond op zijn gezicht. ‘Done,’ zei hij. ‘Dan gaan we nu even verder met vrijheid an sich. Wat is vrijheid? Vrijheid op elementair niveau?’
Ik was overrompeld door zijn vraag en keek hem schaapachtig aan, waarop Franklin begon te lachen. ‘Word je nog aan het werk gezet ook,’ spotte hij. ‘Zat je net zo lekker achterover geleund, krijg je dit.’
Ik grinnikte met hem mee en herhaalde de vraag voor mijzelf. ‘Wat versta ik onder vrijheid? Vrijheid op primair, fundamenteel niveau,’ mijmerde ik. ‘Ik denk vrij te zijn van angst.’
‘Heel goed. Hele mooie. Vrij te zijn van angst. Angst om bijvoorbeeld alles te verliezen wat je hebt. Angst om opgesloten te worden of zelfs angst voor je eigen gedachten.’
‘Angst voor veranderingen en de pijnlijke moeizame processen die misschien daarmee gepaard gaan,’ voegde ik eraan toe.
‘Ook dat. Ik denk dat voor veel mensen vrijheid van meningsuiting ook een belangrijke associatie met vrijheid zal zijn.’‘Bedoel je de angst om dat te verliezen? Of de consequenties als je de waarheid spreekt in landen waar die vrijheid van meningsuiting helemaal niet is?’
‘Leuk dat je dit aanhaalt, want als je er heel objectief naar kijkt, hoe vaak gebeurt dat nou werkelijk?’
Ik zag aan zijn gezicht dat hij de confrontatie zocht en haalde wijselijk mijn schouders op. Met mijn reactie speelde ik hem precies in de kaart.
‘Precies,’ zei hij plagend. ‘Noem je dat vrijheid van meningsuiting? Vrijheid van meningsuiting is spreken vanuit je hart. Maar hoeveel mensen hebben daar nog contact mee? O, er wordt gesproken, er wordt zelfs veel gesproken, maar vaak gaat het nergens over. De mind hoort zichzelf graag praten, want dat geeft hem bestaansrecht. Identiteit. Het is analytisch en zelfbevestigend. De mind hoort zichzelf praten en denkt: ik praat, dus ik besta. Dit is wat echt is en dit is dus het enige dat bestaat.’
Hij nam een slok water. ‘Vrijheid van meningsuiting komt vanuit het hart. Het komt diep van binnen. Je weet en hoort wanneer iemand vanuit het hart praat. Het raakt je. Je wordt opgezogen in zijn of haar verhaal. Het inspireert en je kunt het chemische en magnetiserende effect in je lichaam voelen. Het is authentiek. En aan die authenticiteit schort het vaak, want om terug te komen op angsten, hoeveel mensen spreken hun eigen waarheid niet uit angst dat ze symbolisch worden afgeschoten of buiten een groep vallen?’
Ik bleef het antwoord schuldig. Eigenlijk was het ongelooflijk hoe alles draaide om een aantal basisprincipes. Authenticiteit, waar we zo intens over hadden gesproken in Goa, kwam nu weer terug in ons topic vrijheid en angst.
‘Ga door,’ zei ik.
‘Iemand die vanuit het hoofd spreekt en alleen maar in zijn hoofd leeft, voelt niet wat informatie van binnen doet. Hij zal alles analyseren en verder analyseren, tot het kleinst mogelijke stukje. Dat is wat de mind doet. Daarom heb ik vanaf dag één aangegeven dat je een open mind moet hebben om deze informatie op te nemen. Te kunnen voelen. Wat iemand doet die alleen vanuit zijn mind leeft, is de confrontatie aangaan. Je uitdagen in hun wereld van mentale spelletjes waarin je totaal verdwaalt. Ik heb al eerder aangegeven dat om elkaar te kunnen begrijpen, je bereid moet zijn te luisteren en niet alleen vanuit de mind.’
‘Tot zover vrijheid van meningsuiting,’ grinnikte ik.
Franklin schoot in de lach. ‘Je weet nooit uit welk onderdeel je de grootste inzichten haalt, dus het kan maar gezegd zijn.’
Ik keek verbaasd hoe hij bukte en met zijn handen denkbeeldig iets optilde en tussen ons inzette. Voldaan keek hij ernaar en lachte om de vragende uitdrukking op mijn gezicht. ‘Daar zijn Noord-Afrika en Egypte weer, die hadden we even geparkeerd, weet je nog?’
Overdreven gooide ik mijn handen in de lucht als reactie op zijn actie. Ik kon een glimlach niet onderdrukken toen ik naar de uitdrukking op zijn gezicht keek. Triomfantelijk, als een kind dat net kattenkwaad heeft uitgehaald.
‘Ons voorbeeld, Egypte.’ Franklin trok zijn gezicht weer in de plooi. ‘Het is een cirkel. Als je na een lange periode van onderdrukking door een regime vrijheid krijgt aangereikt, ontstaat er lethargie. Als die vrijheid er eenmaal is, wat dan? Wat als echte vrijheid realiteit wordt? De structuur is weg. Je wordt teruggeworpen op jezelf. Je mag zelf je beslissingen nemen. Je móet zelf je beslissingen nemen. Een situatie waarin niemand je meer vertelt wat je moet doen. Je moet je leven opnieuw zelf gaan vormgeven. Dat is eng. Zoveel vrijheid wilde je misschien ook weer niet… Vrijheid, echte vrijheid, vereist het nemen van volledige verantwoordelijkheid. Volledige verantwoordelijkheid voor alles in je leven.’
Hij ging verzitten. ‘Een beetje vrijheid bestaat niet. Het is alles of niets, anders ben je niet vrij. Dan zijn er nog steeds beperkingen. Vrijheid om in sommige van je behoeften te voorzien is geen echte vrijheid. Hoe denk je dat veel mensen zullen reageren op wat er is gebeurd in Egypte en Noord-Afrika?’
Ik haalde traag mijn schouders op, terwijl ik diep nadacht en de situatie voor me probeerde te halen. ‘Er ontstaat opnieuw onvrede,’ zei ik ten slotte. ‘Eigenlijk heeft men ergens de behoefte aan controle en aansturing. Men wil weer dat er voor hen gezorgd gaat worden.’
‘Juist. Men wil terug. Op een bepaalde manier terug naar het oude. Terug naar geen verantwoordelijkheid hoeven te nemen voor ieder onderdeel van je eigen leven. Een beetje vrijheid hier en een beetje vrijheid daar. Een beetje controle hier en een beetje controle daar. En weet je waar dat uiteindelijk weer in vervalt? Controle. Controle door een regime of door een religie. De mensen krijgen ‘brood en spelen’ en dat houdt hen weer even rustig. Tegen jezelf zeg je: morgen wordt het beter of voor mijn kinderen wordt het beter… Dat zijn excuses. Uitstel. Dat is geen verantwoordelijkheid nemen voor je leven! Excuses,’ herhaalde hij. ‘Je neemt geen volledige zeggenschap over jouw leven. Dat is geen echte vrijheid. Echte vrijheid komt voort uit je essentie en die laat zich niet onderdrukken. Echte vrijheid betekent dat je soeverein bent.’
Hij ontspande en knikte me toe. ‘Denk erover na. Echte vrijheid betekent verantwoordelijkheid nemen voor je leven. Kun je dat? Wil je dat? Niets buiten jezelf neerleggen. Niets afschuiven op anderen. Niemand die je de schuld kan geven. Dat betekent het om soeverein te zijn.’
Hij keek me recht aan. ‘Als schepper heb je alle middelen in handen om je leven zelf bewust vorm te geven. Het betekent ook dat je verantwoordelijk bent voor het contact met je essentie. Je essentie te voelen. Die te onderhouden. Je bent zelf verantwoordelijk voor wat we spirituele of geestelijke ontwikkeling noemen. Zelfs dat wordt vaak nog afgeschoven. Naar de kerk, een tempel of een moskee. Zie je hoeveel er is wat buiten jezelf wordt neergelegd?’
Ik moest beamen dat hij gelijk had. Het was soms ook zoveel makkelijker om voor je te laten zorgen. Om die verantwoordelijkheid niet te hoeven nemen of voelen. Bovendien waren de patronen om de verantwoordelijkheid buiten jezelf neer te leggen er zo diep in gesleten. Het was een gewoonte.‘Begrijp je nu het verband tussen vrijheid en ziekte en gezondheid?’
Hoe zou ik het verband niet kunnen zien? Hoe vaak had hij me er niet op gewezen dat de weg naar genezing begon bij verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven? Dat veel mensen die verantwoordelijkheid niet willen nemen en haar bij een ander neerleggen, zoals bijvoorbeeld een arts? Dat ze eigenlijk op zoek zijn naar een magisch drankje? De materie kwam steeds weer bij elkaar.
‘Dat is me duidelijk,’ zei ik en keek strak naar het papier van mijn blocnote. Ik had de afgelopen weken genoeg aan zelfreflectie gedaan om te weten dat er iets aangeraakt werd als ik me voelde zoals nu. Iets wat keihard binnenkwam en in mijn hele wezen resoneerde.
‘Het heeft geen zin om jezelf op je donder te geven of je ergens schuldig over te voelen,’ zei Franklin luchtig. ‘Herinner je je de essentie van suikerziekte nog? Dat is wat hier rechtstreeks wordt aangeraakt.’
Ik keek verrast op en knikte langzaam. Als ik mijzelf naar beneden haalde op een moment zoals dit, voelde ik mij klein en nutteloos. Mijn eigenwaarde en eigenliefde waren in het geding.
‘Niet doen,’ zei hij simpelweg. ‘Maak je opmerkzaam op het patroon en laat het daarbij. Koppel er geen waarde of oordeel aan. Je bent je gedachten niet.’
Hij liet zich achterover zakken en sloot zijn ogen om te genieten van de zon en de wind. In vrijheid. Echte vrijheid.