Chronische ziekte bij kinderen komt steeds vaker voor. Wat doet het met ouders om een kindje te hebben met een chronisch ziekte? Hoe kun je daar het beste mee omgaan? Deze vragen kwamen naar boven toen ik onlangs een bijzonder telefoongesprek had met een moeder van een twaalfjarige zoon met suikerziekte heeft.
Als ouder wil je dat je kind veilig, gelukkig en gezond is. Je wilt hem of haar het liefst zijn hele leven beschermen tegen alle onheil die een kind kan overkomen. Een logische reactie. Als je kind dan toch ziek wordt, dan komt dat aan als een mokerslag. Je hebt het idee dat je gefaald hebt. Dat je iets fout hebt gedaan. Je kind wellicht onvoldoende bescherming hebt gegeven. En als je door deze moeilijk fase van schuldgevoel heen bent gegaan, komen er hele andere vragen om de hoek kijken: hoe ga je (met al de bezorgdheid die je voelt) voortaan met je kind om? Hoever moet je gaan om je kind in de nieuwe situatie te verzorgen en beschermen? Moet je bepaalde verantwoordelijkheden voor uit zijn handen nemen? En hoe pas je de materie uit mijn boeken toe op een kind met chronische ziekte? Kun je stappen nemen die helpen de essentie van een ziekte op te lossen? Een paar handvatten.
Gelooft je kind zelf in genezing
Gelooft je kind zelf in genezing? De eerste en gelijk een cruciale vraag en vaak niet makkelijk te beantwoorden. Een kind is vaak moeilijk te peilen en bovendien is het antwoord afhankelijk van de leeftijd van het kind. Wat het antwoord ook is, één ding moet je sowieso niet vergeten. Een kind is enorm loyaal naar de ouder(s) toe. Het ziet en voelt hoe de ouders alles in het werk stellen om te zorgen dat een ziekte wordt opgelost of zo goed mogelijk wordt behandeld. Hij ziet hoe begaan zijn ouders met hem zijn en hoe graag ze zouden zien dat een ziekte, een chronische ziekte, wordt opgelost. Als je kind zegt dat hij in zijn eigen genezing gelooft, meent hij dit dan werkelijk of zegt hij dit om je een plezier te doen? Gelooft hij werkelijk in genezing? Zoals in mijn boeken staat te lezen is het antwoord op deze vraag, ook voor kinderen, cruciaal.
Als je kind zegt dat hij in zijn eigen genezing gelooft, meent hij dit dan werkelijk of zegt hij dit om je een plezier te doen?
Eigen verantwoordelijkheid
In het eerdergenoemde telefoongesprek dat ik had met een moeder over haar zoon met suikerziekte, gaf zij aan dat z er alles aan doet om haar kind zo gezond mogelijk op te voeden. Voldoende rust, beweging, de juiste voeding, noem maar op. Ze houdt dit regime strak onder controle, maar zodra ze dit loslaat, bijvoorbeeld omdat ze zelf een weekend weg is of omdat haar zoon uit logeren gaat, dan is de regelmaat en daarmee de stabiele bloedsuikerwaarde weg. Los van het feit dat iedereen het nodig heeft om af en toe uit de band te springen en wederom afhankelijk van de leeftijd van je kind, is het belangrijk dat je kind beseft dat hij zelf ook verantwoordelijk is voor zijn gezondheid. Hoe graag je ook alles uit handen zou willen nemen, een kind zal al vroeg het besef moeten krijgen dat hij uiteindelijk zelf verantwoordelijk is. Bovendien leent de bezorgdheid van de ouders en het uit handen nemen van de verantwoordelijkheid van het kind, zich uitermate goed voor een machtsspel waarbij je kwetsbaarheid moeiteloos wordt uitgespeeld. Onderschat je kind ook niet: hij weet meestal erg goed waar het fout gaat of fout is gegaan, zoals bijvoorbeeld in dit specifieke geval van de stabiele bloedsuikerwaarden.
Je kind leren verantwoordelijkheid te nemen, staat los van het er zijn voor je kind en het scheppen van de randvoorwaarden waarbinnen je kind die eigen verantwoordelijkheid ook kan nemen. Daar ben je ten slotte ook ouder voor. Een chronische ziekte is niet voor niets een chronische ziekte: het vereist continue aandacht.
Bij jonge kinderen kan het enorm goed werken om hen de ziekte of chronische ziekte te laten tekenen.
Hoe ziet je kind de ziekte zelf
Hoe ziet je kind de ziekte zelf? Heb je het daar wel eens over gehad? Hoe kijkt hij tegen zijn ziekte aan? Hoe ervaart hij het? Hoe omschrijft hij het? Hoe beschrijft hij het? Het is belangrijk een kind te laten praten over de ziekte. Zeker als je kind op een leeftijd is waarbij hij zich meer begint af te sluiten voor de ouders. Communicatie is belangrijk.
Onderschat nooit de wijsheid van een kind. Stel de juiste vragen en je zult hele interessante antwoorden krijgen. Heeft hij zelf ideeën waar de ziekte, vandaan komt? Kan hij het letterlijk voelen in zijn lichaam? Hoe ziet de (chronische) ziekte eruit? Kan hij zijn ziekte ‘zien’ in de vorm van symbolen, kleuren of afbeeldingen? Kan hij contact maken met zijn chronische ziekte of met bepaalde ledematen of organen? En als dit lukt, wat vertelt zijn lichaam hem dan? Bij jonge kinderen kan het goed werken om hen de ziekte of chronische ziekte te laten tekenen. Uit een tekening is enorm veel wijsheid te halen.
Chronische ziekte bij kinderen
Zoals je al leest is er enorm veel te vertellen (en te vragen) over chronische ziekte bij kinderen. Het is dan ook geen onderwerp dat zich eenvoudig laat vangen. Omgaan met een chronische ziekte, en dat geldt zeker voor een chronische ziekte bij kinderen, is een puzzel die zich niet makkelijk laat leggen. Hopelijk heb ik in dit blog wat kleine handreikingen kunnen doen die daarbij behulpzaam kunnen zijn.
Omgaan met een chronische ziekte, en dus ook bij kinderen, is een puzzel die zich niet makkelijk laat leggen
Heb je als ouder, ervaringsdeskundige of wellicht beroepshalve, ervaringen die je kunt delen met andere ouders? Doen! Het kan een waardevolle steun voor hen zijn.